trambaan

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  trambaan    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • tram·baan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord trambaan trambanen
verkleinwoord trambaantje trambaantjes

Zelfstandig naamwoord

detrambaanv/m

  1. (verkeer) een van tramrails voorziene strook grond
    • De trambaan maakt daar een bocht naar links. 

Gangbaarheid

  • Het woord trambaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
75 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.