tramremise

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tramremise    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • tram·re·mi·se
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tramremise tramremises
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

detramremisev

  1. plaats waar men trams stalt; garage voor trams
     De meute walste de straat af in één grote wirwar van gezichten, gezichten en nog eens gezichten, gewatteerde winterjassen en schapenbonten mutsen, oude mensen, kostschoolmeisjes en kinderen, spoorwegemployés in uniform, arbeiders van de tramremise en de telefooncentrale met laarzen tot boven de knie en leren jasjes, gymnasiasten en studenten.[2]
     In De Hallen in Amsterdam was een actiecentrum ingericht. Daar konden mensen langskomen en geld doneren. NPO Radio 2 besteedde de hele dag aandacht aan de actie en zond uit vanuit de voormalige tramremise.[3]
Synoniemen
  • tramstalling

Gangbaarheid

  • Het woord tramremise staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.