transitvisum

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  transitvisum    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • tran·sit·vi·sum
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord transitvisum transitvisums
transitvisa
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hettransitvisumo

  1. een officiële toestemming gedurende een korte tijd in een land verblijven om door te kunnen reizen naar een ander land
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord transitvisum staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.