transmissie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  transmissie    (hulp, bestand)
  • IPA: /trɑnsˈmɪsi/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • trans·mis·sie
Woordherkomst en -opbouw
  • van Latijn transmissio "overtocht", in de betekenis van ‘overbrenging’ voor het eerst aangetroffen in 1553 [1] [2] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord transmissie transmissies
verkleinwoord transmissietje transmissietjes

Zelfstandig naamwoord

detransmissiev

  1. (werktuigbouwkunde) constructie waarmee de beweging van een aandrijvend onderdeel wordt overgebracht naar een aangedreven onderdeel, zodat de gewenste richting, snelheid en kracht van de beweging van dit aangedreven onderdeel zo efficiënt mogelijk bereikt wordt
  2. (medisch) blootstelling aan een ziektekiem
  3. (telecommunicatie) overzending van gegevens van een zender naar een ontvanger
  4. (natuurkunde) doorlating van straling of golven
Synoniemen
Hyponiemen
  • binnentransmissie
  • [1] versnellingsbak
  • [1] kettingtransmissie
  • [1] planeetwielentransmissie
  • [1] riemtransmissie
  • [3] datatransmissie
  • [3] radiotransmissie
Afgeleide begrippen
  • transmissieaandrijving
  • transmissieapparatuur
  • transmissieas
  • transmissiebesturing
  • transmissiecapaciteit
  • transmissiecentrum
  • transmissiemethode
  • transmissienet
  • transmissiepad
  • transmissierad
  • transmissierichting
  • transmissieriem
  • transmissiesluis
  • transmissiesysteem
  • transmissietechniek
  • transmissietijd
  • transmissievertraging
  • transmissieweg
  • transmissiewerkwijze
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord transmissie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.