transposon

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  transposon    (hulp, bestand)
  • IPA: /trɑnsˈpozɔn/
Woordafbreking
  • trans·po·son
enkelvoud meervoud
naamwoord transposon transposons
transposonen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hettransposono

  1. (biologie) een DNA-segment dat zichzelf naar een andere plek in het genoom kan verplaatsen
    • Het transposon wordt door het hele genoom aangetroffen. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • retrotransposon
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord transposon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Engels

enkelvoud meervoud
transposon transposons

Zelfstandig naamwoord

transposon

  1. transposon
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.