treil

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  treil    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • treil
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord treil treilen
verkleinwoord treiltje treiltjes

Zelfstandig naamwoord

detreilm

  1. treklijn, jaaglijn
  2. sleepnet, kuilnet, trawlnet
  3. scheepswant
Uitdrukkingen en gezegden
  • met zeil en treil
met alles wat er bijhoort
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
treilen

treil

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van treilen
    • Ik treil. 
  2. gebiedende wijs van treilen
    • Treil! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van treilen
    • Treil je? 

Gangbaarheid

  • Het woord treil staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
15 %van de Nederlanders;
20 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.