treinrit
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: treinrit (hulp, bestand)
Woordafbreking
- trein·rit
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van trein en rit [1]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | treinrit | treinritten |
| verkleinwoord | treinritje | treinritjes |
Zelfstandig naamwoord
de treinrit m
- korte reis per spoor zonder terugreis
- Eringa is goed op de hoogte van de situatie op het Zwitserse spoor, al was het maar omdat Nederland en Zwitserland voor Europese begrippen beide zeer drukke spoordienstregelingen kennen. Nederland telt in totaal 7.000 kilometer spoor waar dagelijks 5.000 treinenritten over plaatsvinden. Zwitserland telt 3.000 kilometer spoor voor dagelijks 8.000 à 9.000 treinritten. [2]
Gangbaarheid
- Het woord treinrit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "treinrit" herkend door:
| 99 % | van de Nederlanders; |
| 100 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Jos Verlaan 14 december 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.