trien

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  trien    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • trien
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘depreciërend voor een vrouw’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1636 [1] [2][3]
enkelvoud meervoud
naamwoord trien trienen
verkleinwoord trientje trientjes

Zelfstandig naamwoord

detrienv [4] [5]

  1. (informeel) trut
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord trien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
74 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.[6]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.