trofee

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  trofee    (hulp, bestand)
  • IPA: /troˈfe/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • tro·fee
Woordherkomst en -opbouw
  • van Frans trophée, in de betekenis van ‘zegeteken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1597 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord trofee trofeeën
trofees
verkleinwoord trofeetje trofeetjes

Zelfstandig naamwoord

detrofeev

  1. duurzaam voorwerp dat na een overwinning als symbool daarvan aan de winnaar wordt uitgereikt
    • Het Nederlands elftal heeft voor de vijfde keer op rij de trofee gewonnen. 
    • De vreugde op de Nederlandse bank was uitzinnig. Waar iedereen sprong, bleef coach Ilse DeLange met de handen voor haar ogen zitten. Ongeloof won het nog van de vreugde. Laurence was al snel weer bij zijn positieven en nam de trofee in ontvangst met de woorden: ‘To Music first. Always.’ [2] 
Verwante begrippen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord trofee staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.