try
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: try (hulp, bestand)
- IPA: /trɑj/
Woordafbreking
- try
Woordherkomst en -opbouw
- van het Engels
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | try | try's |
verkleinwoord | try'tje | try'tjes |
Zelfstandig naamwoord
de try m
- (sport) doelpunt in het rugby
- Hij heeft in die wedstrijd twee keer een try gedrukt.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord try staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Engels
Uitspraak
- Geluid: try (VS) (hulp, bestand)
enkelvoud | meervoud |
---|---|
try | tries |
Zelfstandig naamwoord
try
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to try |
he/she/it | tries |
verleden tijd | tried |
voltooid deelwoord |
tried |
onvoltooid deelwoord |
trying |
gebiedende wijs | try |
Werkwoord
try
Afgeleide begrippen
- trying (bijvoeglijk naamwoord)
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.