tuibrug
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: tuibrug (hulp, bestand)
Woordafbreking
- tui·brug
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tuibrug | tuibruggen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de tuibrug v / m
- (bouwkunde) een aan kabels opgehangen brug waarbij de kabel direct van de toren naar het wegdek lopen
- Ook de episode van gisteravond, over de bouw van een drie kilometer lange tuibrug over de Golf van Korinthe, had als vrouwelijke bijrollen slechts twee dames die aan de voet van de brug in spaarzame bikini lagen te zonnen[1]
- Een vlakke brug of een tuibrug met een of meer pilonen. En ook de vertrouwde boogbrug mag best. Belangrijk is het zicht vanaf de rijweg en de fiets- en voetpaden op de omgeving. Hoewel zeker de passerende automobilist ondertussen ook enige aandacht aan het verkeer zal moeten besteden.[2]
Synoniemen
- kabelbrug, waaierbrug
Verwante begrippen
Vertalingen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord tuibrug staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.