tuier

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tuier    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • tui·er
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van tuien met het achtervoegsel -er [1]

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord

enkelvoud meervoud
naamwoord tuier -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

detuierm [2] [3]

  1. touw
Verwante begrippen
  • mannelijke vorm van tuister ??

Werkwoord

vervoeging van
tuieren

tuier

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tuieren
    • Ik tuier. 
  2. gebiedende wijs van tuieren
    • Tuier! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tuieren
    • Tuier je? 
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord tuier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.