tuier
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: tuier (hulp, bestand)
Woordafbreking
- tui·er
Woordherkomst en -opbouw
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tuier | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
Verwante begrippen
- mannelijke vorm van tuister ??
Werkwoord
vervoeging van |
---|
tuieren |
tuier
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tuieren
- Ik tuier.
- gebiedende wijs van tuieren
- Tuier!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tuieren
- Tuier je?
Afgeleide begrippen
- tuierhamer, tuiertouw
Gangbaarheid
- Het woord tuier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.