tussenschot
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: tussenschot (hulp, bestand)
Woordafbreking
- tus·sen·schot
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tussen zn en schot zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tussenschot | tussenschotten |
verkleinwoord | tussenschotje | tussenschotjes |
Zelfstandig naamwoord
het tussenschot o
- dunne wand tussen twee ruimtes in; dunne wand die een ruimte in tweeën deelt
- ▸ Sta op, je hebt nu lang genoeg geslapen. zei Jasjvin, terwijl hij achter het tussenschot ging en Petritski, die met verwarde haren met zijn neus in het kussen lag, bij de schouder greep.[2]
- ▸ Na een punctie door het tussenschot van het hart wordt de catheter in de linkerboezem gebracht. Daar wordt de hartoorstop geplaatst in de opening van het hartoor.[3]
Synoniemen
Hyponiemen
- neustussenschot
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord tussenschot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Anna Karenina” (1877), G.A. van Oorschot , ISBN 9789028276062
- ↑ Weblink bron Rinke van den Brink“Eerste hartoor-operatie in Nederland” (03-02-2010), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.