twatwa

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  twatwa    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈtwatwa/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • twa·twa
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord twatwa twatwa's
verkleinwoord twatwaatje twatwaatjes

Zelfstandig naamwoord

detwatwam

  1. (zangvogels) Oryzoborus crassirostris , een gorzensoort uit Midden- en Zuid-Amerika
Opmerkingen
  • De naam twatwa wordt vooral gebruikt in Suriname. Het Europese Nederlands noemt de vogel meestal dikbekzaadkraker.
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord twatwa staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
2 %van de Nederlanders;
6 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.