tweedekker

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tweedekker    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • twee·dek·ker
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘vliegtuig’ voor het eerst aangetroffen in 1909 [1]
  • Samenstellende afleiding van twee en dek met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord tweedekker tweedekkers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

detweedekkerm voorwerp met twee dekken:

  1. (luchtvaart) vliegtuig met twee vleugels boven elkaar [2]
  2. bus met twee verdiepingen [3]
  3. (scheepvaart) schip met twee dekken [4]
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord tweedekker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
80 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.