uitbraaksel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  uitbraaksel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • uit·braak·sel
Woordherkomst en -opbouw
  • geen meervoud, Naamwoord van handeling van uitbraken met het achtervoegsel -sel
enkelvoud meervoud
naamwoord uitbraaksel -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetuitbraakselo [1]

  1. substantie die wordt of werd uitgebraakt
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord uitbraaksel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.