uitbuiting
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: uitbuiting (hulp, bestand)
- IPA: /ˈœʏtbœʏtiŋ/
Woordafbreking
- uit·bui·ting
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | uitbuiting | uitbuitingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de uitbuiting v
- het op nietsontziende wijze zijn voordeel doen van de omstandigheden van iets of iemand
- Honderden jaren van uitbuiting en vernietiging hebben ons naar de afgrond gebracht. Over de hele planeet verliezen mensen hun leefwijze, leefomgeving en levens. We hebben nog maar een paar jaar om de ergste gevolgen van de klimaatcrisis af te wenden, als we niet al te laat zijn. De zesde massale uitstervingsgolf is begonnen. Wat we de komende paar jaar doen bepaalt de toekomst van het leven op Aarde. [2]
Vertalingen
1. het gebruik van iemand maken zonder daar naar waarde voor te belonen
Gangbaarheid
- Het woord uitbuiting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "uitbuiting" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ extinctionrebellion.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.