uitbulderen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  uitbulderen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • uit·bul·de·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
uitbulderen
bulderde uit
uitgebulderd
zwak -d volledig

Werkwoord

uitbulderen [1]

  1. door bulderen uiten
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord uitbulderen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.