uiteten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: uiteten (hulp, bestand)
- IPA: / ˈœytetə(n) / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- uit·eten
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van uit bw en eten ww
Werkwoord
uiteten [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
uiteten |
at uit |
uitgegeten |
klasse 5 | volledig |
- ergatief een maaltijd voltooid hebben
- Ben je uitgegeten?
- overgankelijk (figuurlijk) iemand arm maken; leven op kosten van iemand anders
- overgankelijk (figuurlijk) iets doen wat verboden is
- overgankelijk als afscheid samen een maaltijd gebruiken met
- Wij hebben onze collega uitgegeten.
Synoniemen
Afgeleide begrippen
- uiteetster, uiteter
Opmerkingen
- uit eten gaan in de betekenis van in een horecazaak gaan eten schrijft men los van elkaar
Gangbaarheid
- Het woord uiteten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.