uitnemendheid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  uitnemendheid    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • uit·ne·mend·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord uitnemendheid
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deuitnemendheidv

  1. heel in het bijzonder
    • Op zondag 1 februari 1953, de dag van de watersnood, was het verbod van kracht geworden om niet-ingeënt vee te vervoeren: „Veelzeggend, ook vanwege de zondag, de zondendag bij uitnemendheid”. [1] 
  2. voortreffelijkheid
    • Ook hierin vertoont hij gelijkenis met Paulus, die aan de gemeente van 2 Korinthe (12:7) schrijft dat hij opgetrokken is geweest in het paradijs, maar dat God hem een engel des satans heeft gegeven, die hem met vuisten sloeg. Opdat hij zich door de uitnemendheid van de openbaringen niet zou verheffen. Ook Paulus wijst hier op het gevaar van hoogmoed. [2] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord uitnemendheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Reformatorisch Dagblad Mr. Dirk Vergunst 03-11-2018 SGP is populistische partij
  2. Reformatorisch Dagblad Prof. dr. Wim de Vries 28-12-2018 Luther leert ons zowel beslistheid als ootmoed
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.