uitstijgen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  uitstijgen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • uit·stij·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
uitstijgen
steeg uit
uitgestegen
klasse 1 volledig

Werkwoord

uitstijgen [1] [2]

  1. uitsteken boven
  2. onovergankelijk (formeel) uitstappen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
  • uitstijging
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord uitstijgen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
88 %van de Nederlanders;
83 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.