uitvloeken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  uitvloeken    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • uit·vloe·ken
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

uitvloeken [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
uitvloeken
vloekte uit
uitgevloekt
zwak -t volledig
  1. iets of iemand vloeken toeroepen
    • Want er is een groot verschil tussen vloeken, schelden en beledigen. Men kan iemand uitvloeken en die zal zich gevleid voelen. Men kan iemand uitschelden en de schelder zal door de reactie beledigd zijn. En dan, een trap hoger dan het vloeken, ver- en uitvloeken, het schelden en uitschelden, staat het beledigen. Dat kunnen er maar weinigen. [2] 
Verwante begrippen
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord uitvloeken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.