unicaat

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  unicaat    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • uni·caat
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Latijn [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord unicaat unicaten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetunicaato

  1. een voorwerp dat door kunstnijverheid is vervaardigd, en dat een uniek exemplaar vormt
Synoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord unicaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
40 %van de Nederlanders;
40 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.