vaatdoek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vaatdoek    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vaat·doek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vaatdoek vaatdoeken
verkleinwoord vaatdoekje vaatdoekjes

Zelfstandig naamwoord

devaatdoekm

  1. (huishouden) doek waarmee je aanrecht, gootsteen en fornuis schoonmaakt
    • Met een vaatdoek maak je het aanrecht schoon, met een theedoek droog je het servies af. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord vaatdoek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.