vaccinatieweigeraar
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vaccinatieweigeraar (hulp, bestand)
Woordafbreking
- vac·ci·na·tie·wei·ge·raar
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vaccinatie en weigeraar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vaccinatieweigeraar | vaccinatieweigeraars |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de vaccinatieweigeraar m
- iemand die zichzelf of zijn kind niet wil laten vaccineren
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.