vakantiecentrum

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vakantiecentrum    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • va·kan·tie·cen·trum
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vakantiecentrum vakantiecentra
vakantiecentrums
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetvakantiecentrumo [1]

  1. locatie waar meerdere mensen vakantie kunnen vieren
     Het vuur woedde in het vakantiecentrum Pra'del le Torre in Coarle, ongeveer 50 kilometer ten noordoosten van Venetië. Meer dan 200 gasten werden geëvacueerd. Onder hen waren ook enkele Nederlanders.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord vakantiecentrum staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron “Italiaanse campingbrand treft Waalwijks bedrijf hard” (Dinsdag 5 juli 2016, 10:34), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.