vakantiestad
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vakantiestad (hulp, bestand)
Woordafbreking
- va·kan·tie·stad
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vakantie zn en stad zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vakantiestad | vakantiesteden |
verkleinwoord | vakantiestadje | vakantiestadjes |
Zelfstandig naamwoord
de vakantiestad v / m
- een stad waarnaar men op vakantie gaat
- ▸ Docent P. (29) van het ROC van Twente uit Almelo is vrijgesproken van aanranding van een studente medio april 2016, tijdens een werkweek in de Portugese vakantiestad Albufeira.[1]
- ▸ De overval vond plaats in Marloth Park. Dat is een vakantiestad gelegen in het noordoosten van Zuid-Afrika in de provincie Mpumalanga.[2]
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'vakantiestad' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Bert Janssen“ROC-docent uit Almelo wordt vrijgesproken van aanranding” (14-03-2017), Tubantia
- ↑ Weblink bron “‘Twee Nederlanders gedood in Zuid-Afrika’” (31-10-2019), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.