vaktar

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈʋɑktɑɾ /
Woordafbreking
  • vak·tar
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van Nynorsk:  vakte ww  met het achtervoegsel -ar
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   vaktar     vaktaren     vaktarar     vaktarane  

Zelfstandig naamwoord

vaktar, m

  1. (beroep) beveiligingsbeambte, bewaker, bewaarder, wachter, waker (mannelijke vorm), beveiligingsbeambte, bewaakster, bewaarster, waakster, wachteres (vrouwelijke vorm)
    «Det var kona til vaktaren som serverte havrevellingen og den halvråtna fisken til fangane. [1]»
    Het was de vrouw van de bewaker die de havermout en de halfrotte vis aan de gevangenen serveerde.
Hyponiemen
Opmerkingen

Verwijzingen

  1. Arresten på Halsnøy Kloster "De arrestatie in het Halsnøy-klooster", van Tore L. Moe
    Uit de krant "Kvinnherringen", 15. ÅR., Nr. 110, 7. Okotber 1987, pag. 9
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.