vastgoedbel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vastgoedbel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vast·goed·bel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vastgoedbel vastgoedbellen
verkleinwoord vastgoedbelletje vastgoedbelletjes

Zelfstandig naamwoord

devastgoedbelv/m

  1. een snelle toename van de taxatiewaarde van onroerende zaken, zoals woningen, totdat een onhoudbaar niveau wordt bereikt ten opzichte van de financieringslast en het rendement.
    • De tijd komt vanzelf dat de vastgoedbel inklapt. 
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'vastgoedbel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.