veldloper

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  veldloper    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈvɛltlopər/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • veld·lo·per
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord veldloper veldlopers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

develdloperm

  1. (sport) renner op parkoersen buiten, met natuurlijke hindernissen
    • Bekele is de beste veldloper aller tijden, met elf mondiale crosstitels: zes op de lange afstand en vijf op de korte. [1]

Gangbaarheid

  • Het woord veldloper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.