veldrijder

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  veldrijder    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • veld·rij·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord veldrijder veldrijders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

develdrijderm

  1. (wielrennen) sporter die doet aan veldrijden
     Een interview met veldrijder Eli Iserbyt nadat hij achter Mathieu van der Poel tweede is geworden bij de EK.[1]
     Een interview met veldrijder Lars van der Haar nadat hij achter winnaar Mathieu van der Poel vijfde is geworden bij de EK.[2]
Synoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord veldrijder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Iserbyt was Van der Poel tot last: 'Heb een paar keer geprikt'” (10-11-2019), NOS
  2. Weblink bron “Van der Haar schrok even: 'Hé, ik rij weer voor de overwinning'” (10-11-2019), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.