verdek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  verdek    (hulp, bestand)
  • IPA: /vərˈdɛk/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ver·dek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verdek -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetverdeko

  1. (scheepvaart) dek van een schip
  2. bedekking van iets
Synoniemen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
verdekken

verdek

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verdekken
    • Ik verdek. 
  2. gebiedende wijs van verdekken
    • Verdek! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verdekken
    • Verdek je? 

Gangbaarheid

  • Het woord 'verdek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
48 %van de Nederlanders;
24 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.