verlenging

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  verlenging    (hulp, bestand)
  • IPA: /vərˈlɛŋɪŋ/ (3 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /vər.ˈlɛ.ŋɪŋ/
    • (Vlaanderen, Brabant): /vər.ˈlɛ.ŋɪŋ/
    • (Limburg): /vɛr.ˈlɛ.ŋɪŋ/
Woordafbreking
  • ver·len·ging
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van verlengen met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud meervoud
naamwoord verlenging verlengingen
verkleinwoord verlenginkje verlenginkjes

Zelfstandig naamwoord

deverlengingv

  1. dat waarmee iets verlengd is
    • De verlenging van de trein werd losgekoppeld. 
  2. het verlengen
    • Na onderhandelingen met de vakbonden zal er geen verlenging van de staking zijn. 
  3. (sport) extra speeltijd
    • Tijdens de verlenging kon de thuisploeg de eindstand vastleggen. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord verlenging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.