veroorzaker

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  veroorzaker    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ver·oor·za·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord veroorzaker veroorzakers
verkleinwoord veroorzakertje veroorzakertjes

Zelfstandig naamwoord

deveroorzakerm

  1. iets of iemand die de oorzaak van iets (slechts) is
    • Het griepvirus is de veroorzaker van griep. 
    • Hij is de veroorzaker van het ongeluk. 

Gangbaarheid

  • Het woord veroorzaker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.