verpleeghuiszorg
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: verpleeghuiszorg (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·pleeg·huis·zorg
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van verpleeghuis zn en zorg zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verpleeghuiszorg | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de verpleeghuiszorg v / m
- (medisch) de verzorging die een ernstig zieke, hulpbehoevende, chronische patiënt nodig heeft en die meestal gegeven wordt in een verpleeghuis
- Minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid) wil dat het extra geld dat het kabinet beschikbaar heeft voor verpleeghuiszorg naar meer handen aan het bed gaat. Dat schrijft de Telegraaf. ,,Ouderen in verpleeghuizen hebben recht op meer tijd en aandacht van personeel, op meer liefdevolle zorg", zegt De Jonge in de krant. [1]
- De Amanshoeve met vestigingen in Manderveen en Agelo heeft van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de erkenning ontvangen dat het verpleeghuiszorg mag geven. [2]
Gangbaarheid
- Het woord verpleeghuiszorg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Tubantia 10-04-18 'Minister gaat persoonlijke zorg in verpleeghuis meer waarderen'
- ↑ Tubantia Tom van den Berg 07-06-18 Amanshoeve: erkenning voor leveren verpleeghuiszorg
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.