verstaan

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  verstaan    (hulp, bestand)
  • IPA: /vərˈstan/ (2 lettergrepen); /vər.ˈstaːn/
Woordafbreking
  • ver·staan
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verstaan
/vər.'stan/
verstond
/vər.'stɔnt/
verstaan
/vər.'stan/
klasse 6 volledig

Werkwoord

verstaan

  1. overgankelijk begrijpen van een uiting
    • Versta jij daar iets van? 
  2. overgankelijk voldoende luid kunnen horen om het te begrijpen
    • Kun je iets harder praten, want ik kan je bijna niet verstaan? 

verstaan onder

  1. overgankelijk als definitie gebruiken
  2.  "In de Delphistudie is via een proces met gelijkwaardige en anonieme inbreng van desleutelfiguren consensus bereikt over wat we in Nederland verstaan onder mentale gezondheid."[3]

zich verstaan met

  1. wederkerend overleg voeren met
    • Het management zal zich naar aanleiding van het incident morgen verstaan met de medewerkers. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van verstaan: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs)

Werkwoord

vervoeging van: verstaan…
verbogen vorm: verstane

verstaan

  1. voltooid deelwoord van verstaan

Gangbaarheid

  • Het woord verstaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.