vip

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vip    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vip
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘zeer belangrijk persoon’ voor het eerst aangetroffen in 1949 [1] [2][3]
enkelvoud meervoud
naamwoord vip vips
verkleinwoord vipje vipjes

Zelfstandig naamwoord

devipm

  1. (afkorting) (letterwoord) afkorting van het Engelse very important person: zeer belangrijk personage
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord vip staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.