viscacha
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: viscacha (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- vis·ca·cha
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | viscacha | viscacha's |
verkleinwoord | viscachaatje | viscachaatjes |
Zelfstandig naamwoord
de viscacha v / m
- (knaagdieren) Lagostomus maximus knaagdier uit de familie der wolmuizen (Chinchillidae), waartoe onder andere ook de chinchilla behoort, en de onderfamilie der viscacha-achtigen (Lagostominae). Het is het grootste lid van de familie der wolmuizen, en de enige nog levende soort uit de onderfamilie
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'viscacha' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.