visgraatpatroon

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  visgraatpatroon    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vis·graat·pa·troon
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord visgraatpatroon visgraatpatronen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetvisgraatpatroono [1]

  1. patroon gekenmerkt door zigzaglijnen
     Hij voelde zich verkleed en het had bovendien elf dagen loon gekost, een grijsbruin kostuum, visgraatpatroon met een beetje wijde pijpen en schoudervulling.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord visgraatpatroon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044633535
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.