visiteuse

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  visiteuse    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vi·si·teuse
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord visiteuse visiteuses
verkleinwoord visiteusetje visiteusetjes

Zelfstandig naamwoord

devisiteusev

  1. (beroep) vrouwelijke vorm van visiteur

Gangbaarheid

  • Het woord 'visiteuse' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.