vleesminderaar
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vleesminderaar (hulp, bestand)
- IPA: / ˈvlesmɪndəˌrar / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- vlees·min·de·raar
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van vleesminderen ww met het achtervoegsel -aar, vergelijk: consuminderaar
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | vleesminderaar | vleesminderaars |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de vleesminderaar m
- (persoon) (voeding) verzamelterm voor iemand die bewust minder of geen vlees eet
- ▸ Hans Dagevos, senior scientist bij Wageningen Economic Research, vertelt: ‘Het cliché is dat de vleesminderaar of flexitariër een hoogopgeleide vrouw is die in de Randstad woont en een jong gezin heeft.[1]
Hyponiemen
- bijna-vegetariër, deeltijdvegetariër, flexitariër, flexivoor, frutariër, lacto-ovovegetariër, pescotariër, vagetariër, vegetariër, veganist
Gangbaarheid
- Het woord vleesminderaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Wagenings onderzoek naar flexitariërs in Nederland” (26 februari 2020) op wur.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.