vliegtuigongeluk
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vliegtuigongeluk (hulp, bestand)
Woordafbreking
- vlieg·tuig·on·ge·luk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vliegtuig en ongeluk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vliegtuigongeluk | vliegtuigongelukken |
verkleinwoord | vliegtuigongelukje | vliegtuigongelukjes |
Zelfstandig naamwoord
het vliegtuigongeluk o
- (luchtvaart) ongeluk met een vliegtuig
- Het ergste vliegtuigongeluk uit de luchtvaartgeschiedenis vond plaats op 27 maart 1977 op Tenerife, op het vliegveld Los Rodeos alwaar twee vliegtuigen van het type Boeing 747 op elkaar botsten op de startbaan van het vliegveld en er 583 mensen omkwamen.
Verwante begrippen
- vliegtuigcrash, vliegtuigramp, vliegramp
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord vliegtuigongeluk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.