vloei

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vloei    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vloei
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vloei vloeien
verkleinwoord vloeitje vloeitjes

Zelfstandig naamwoord

hetvloeio [3] [4]

  1. dun papier zonder lijm voor sigaretten of als absorptiemateriaal, vloeipapier
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Werkwoord

vervoeging van
vloeien

vloei

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vloeien
    • Ik vloei. 
  2. gebiedende wijs van vloeien
    • Vloei! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vloeien
    • Vloei je? 
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord vloei staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.