voegvulling

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  voegvulling    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • voeg·vul·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord voegvulling voegvullingen
verkleinwoord voegvullinkje voegvullinkjes

Zelfstandig naamwoord

devoegvullingv

  1. de vulling van een voeg, bijvoorbeeld zand, voegmortel of kit
    • De voegvulling kleurde niet goed bij het tegelwerk. 

Gangbaarheid

  • Het woord 'voegvulling' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.