vulling
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vulling (hulp, bestand)
Woordafbreking
- vul·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vulling | vullingen |
verkleinwoord | vullinkje | vullinkjes |
Zelfstandig naamwoord
de vulling v
- het materiaal waarmee iets opgevuld is
- Deze soes heeft een vulling van room met geprakte aardbeien.
Hyponiemen
- amalgaamvulling, bladvulling, drukvulling, maagvulling, puivulling, schoudervulling, tandvulling, voegvulling, opvulmateriaal
Vertalingen
het materiaal waarmee iets opgevuld is
Gangbaarheid
- Het woord vulling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vulling" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Veluws
Zelfstandig naamwoord
vulling
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.