vogelbekdieren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vogelbekdieren    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • vo·gel·bek·die·ren
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vogelbekdieren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

devogelbekdierenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord vogelbekdier
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (cloacadieren) Ornithorhynchidae  enige nog levende familie uit de onderorde der vogelbekdierachtigen en samen met de mierenegels de enige nog levende cloacadieren
    Tegenwoordig leeft er nog maar één soort, het vogelbekdier (Ornithorhynchus anatinus), in waterrijke gebieden in het oosten van Australië, inclusief Tasmanië en enkele andere eilandengroepen. Er zijn verschillende fossiele geslachten bekend uit Australië, maar ook één uit Patagonië (Argentinië). De fossiele geslachten (Obdurodon uit Australië en Monotrematum uit Argentinië) verschillen niet veel van het hedendaagse geslacht Ornithorhynchus. Volwassen dieren van de uitgestorven soorten hebben echter volledig ontwikkelde en functionele tanden, terwijl bij het hedendaagse vogelbekdier enkel zeer jonge dieren tanden hebben
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)

Gangbaarheid

  • Het woord vogelbekdieren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.