vogelwacht

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vogelwacht    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vo·gel·wacht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vogelwacht vogelwachten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

devogelwachtv/m

  1. natuurbeschermingsorganisatie die een of meer vogelreservaten beschermt
     Voor de vogelwacht betekenden de kraanvogels hoogseizoen: rondleidingen, lezingen en het dag en nacht bewaken van de afgesloten broedgebieden.[1]
     In het gebied leven ook veel reeën, hazen, vossen en andere kleine zoogdieren. Natuur en Vogelwacht Biesbosch richtte speciale hoogwatervluchtplaatsen in voor op de vlucht geslagen dieren. "De meeste dieren kunnen daar instinctief mee omgaan", zegt Rob Haan van de organisatie.[2]

devogelwachtm

  1. (beroep) persoon die vliegtuigen beschermt tegen vogels

Gangbaarheid

  • Het woord vogelwacht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. “Ons soort mensen” (2016), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026334672
  2. Weblink bron “Natuurgebied De Biesbosch onder water door storm en hoogwater” (maandag 10 februari 2020, 16:35), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.