voicerecorder

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  voicerecorder    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • voice·re·cor·der
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord voicerecorder voicerecorders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

devoicerecorderm

  1. apparaat waarmee men stemgeluid kan vastleggen
     Soms maakte hij gebruik van een voicerecorder die hij in zijn zak had zitten.[2]
     Er is een explosie geweest aan boord van het Russische vliegtuig dat in de Sinaï is neergestort en die is niet veroorzaakt door een technisch probleem. Dat is te horen op de voicerecorder, meldt de Franse tv-zender France 2, die heeft gesproken met een onderzoeker van de zwarte dozen.[3]
Synoniemen
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord voicerecorder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. voicerecorder op website: Etymologiebank.nl
  2. Henning Mankell (vert.Clementine Luijten en Jasper Popma)
    “Zweedse laarzen” (2015), De Geus (uitgeverij), ISBN 9789044535723
  3. Weblink bron “'Explosie te horen op recorder van Russische Airbus'” (06-11-2015), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.