voisin

Frans

Uitspraak
  • Geluid:  voisin    (hulp, bestand)
  • IPA: /vwazɛ̃/
Woordherkomst en -opbouw
  • erfwoord: Afkomstig van Latijn vicinus (tussenvorm in de gesproken taal: vecinus)
  enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
mannelijk   voisin     le voisin     voisins     les voisins  
vrouwelijk   voisine     la voisine     voisines     les voisines  

Zelfstandig naamwoord

voisin m

  1. buurman
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.