volgnummer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  volgnummer    (hulp, bestand)
  • IPA: /'vɔlxnʏmər/
Woordafbreking
  • volg·num·mer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord volgnummer volgnummers
verkleinwoord volgnummertje volgnummertjes

Zelfstandig naamwoord

hetvolgnummero

  1. nummer dat aangeeft op welke plaats iets of iemand staat in een reeks
    • Toen ik hier vanochtend kwam viel de rij me nog mee. Ik heb volgnummer dertien, dus dat moet lukken."Alle wachtenden mochten maximaal vier kaarten kopen. Volgens Kop zijn er ruim 800 kaarten te koop.[2] 
    • Door te spelen met de datum en een volgnummer kon internetmarketeer Anne Jan Roeleveld op kerstavond de kersttoespraak downloaden. Hij maakte dit via Twitter bekend, inclusief het internetadres waarop iedereen vervolgens de video kon bekijken.[3] 
Synoniemen
  • rangnummer
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord volgnummer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Tubantia Roeland Franck 10-JANUARI-2017
  3. Tubantia 05-FEBRUARI-2013
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.